Zondag ging de wekker al om half vijf. De zon kom nog eerder op omdat we noordelijker zitten. Na de verhalen van gisteren is het zelfs iets drukker aan dek.
Maar helaas is het op zee een stuk stiller. We liggen ook al voor de kust bij Aberdeen, dus we dobberen wat rond. Als we nog iets willen zien zal het naar ons toe moeten zwemmen.
Het geeft wel tijd om de dag van gisteren nog eens door te nemen. Iedereen is nog opgetogen over de aantallen die we gisteren voor de kust van Hull hebben gezien. In een paar vierkante kilometer zijn uiteindelijk 218 bruinvissen en 10 dwergvinvissen geteld. (De cijfers van gisteren waren mijn eigen waarnemingen). Op die plek moet heel veel voedsel hebben gezeten.
Rond 07:30 komt het schip weer in beweging. We zetten koers naar de haven. En dan krijgen we 200 meter voor de pier nog een toetje voorgeschoteld; tussen de 10 en 15 tuimelaars vermaken zich in het verse rivierwater van de Deen dat hier de Noordzee in stroomt. Toch nog vijf soorten zeezoogdieren gezien op deze etappe; zeehonden, bruinvissen, witsnuitdolfijnen, tuimelaars en dwergvinvissen!
We mogen nu bijna van boord en gaan op zoek naar onze huurauto!