We begonnen ons tripje met een bezoek aan Bempton Cliffs, waar de laatste jan-van-genten nog op de nesten zitten. Daarna volgde een walvistocht vanuit Whitby en het weekend werd afgesloten op het Spurn Head Migration Festival.
De meest bijzondere soort van het weekend was een maanvis (Mola mola).
Direct vanaf de ferry in Hull reden we naar de kliffen bij Bempton. In mei waren we hier al eens geweest en hadden de duizenden zeevogels zien broeden. Begin september zijn alleen de jan-van-genten en de noordse stormvogels nog over. De alk-achtigen en de drieteenmeeuwen zijn inmiddels terug op zee.
Door het wat grauwe weer en omdat we vroeg zijn, zijn er nog weinig bezoekers op de kliffen. Zo kunnen we rustig het broedkolonies bekijken. De ouders met jongen zitten veelal dicht bij het water. De jongere dieren, veel derdejaars, verzamelen zich bovenop de kliftoppen. Deze zijn daardoor het beste te fotograferen.
De nesten zitten vooral onderaan de klif.
De oudere jeugd flik-flooit er al aardig op los.
Bij het landen, wordt de 'parachute'-methode gebruikt.
Na Bempton Cliffs zijn we doorgereden naar Whitby waar Whitby Whale Watch sinds een aantal jaren walvistochten op de Noordzee organiseert. En vooral in augustus en september zien ze veel, omdat de haringscholen dan langstrekken.
Er zijn in de voorafgaande week veel dwergvinvissen gezien en op de maandag ervoor zelfs een bultrug. De schipper vertelt dat de voorgaande dag een jonge dwergvinvis minutenlang 'spy-hoppend' bij de boot heeft gelegen. Dat beloofd allemaal veel goeds.
Ongeveer een half uur varen vanuit de haven lijkt er een plastic zak op het water te drijven. Maar dichterbij gekomen blijkt het te leven; het is een maanvis. Hij is niet groot, ongeveer 60 cm in doorsnede (ze kunnen wel 2 meter groot worden), maar het is wel de eerste die wij in ons leven zien. En dat in de Noordzee. Dat het bijzonder is vertelt de schipper; in 30 jaar varen vanuit Whitby had hij nog nooit een maanvis gezien. En dit is de derde al dit jaar. Vermoedelijk is door de zachte winter het noordzeewater warmer dan in voorgaande jaren, want ook elders langs de kust zijn ze gezien.
Daarna volgt een uur met weinig activiteit op het water. Hier en daar vliegt een jan-van-gent, er dobberen wat zeekoeten op de golven en we zien de eerste papegaaiduiker. Het is apart om ze in winterkleed te zien, met donkere snavel.
Dan opeens roept iemand aan dek; Minke! Er zwemt een dwergvinvis op een paar honderd meter afstand. Voorzichtig manoeuvreert schipper Bryan het schip dichterbij de plek waar de vinvis onder ging. Zo'n drie kwartier blijft de dwergvinvis in de buurt opduiken. Dit exemplaar is echter druk aan het foerageren en is niet nieuwsgierig naar de boot. We schieten alleen wat plaatjes op een paar honderd meter afstand.
Dwergvinvis, met een opvallende vin.
In de buurt duiken ook drie bruinvissen op,
waarvan 1 met een opvallende beschadiging aan de vin.
Het blijft bij éen dwergvinvis die dag, maar de claim dat je vanuit Whitby aan het eind van de zomer walvissen kan zien blijkt waar. Dat we op zondag horen dat er die dag maar liefst twee bultruggen tegelijk 'breachend' (springend) zijn gezien vanaf dezelfde boot, sterkt ons alleen maar in het idee dat we volgend jaar terug moeten gaan.
Zaterdagmiddag rijden we naar het Zuidelijker gelegen Spurn Head. De lokale Bird Observatory, Yorkshire Wildlife Trust en Birding Frontiers (Martin Garner), hebben daar meerdaags Migration Festival georganiseerd. Een weekend vol excursies, lezingen, ringdemonstraties en andere activiteiten, allemaal in het teken van de najaarstrek.
Na het opzetten van de tent gaan we het veld in. Spurn Head is een taps toelopend stuk land, dat uiteindelijk nog maar 50 meter breed is. De trekvogels die uit het Noorden komen hebben de neiging om over land te willen blijven vliegen en worden 'samengeperst' op dat smalste stuk. Precies daar staat de Spurn Birds Obs. Aan de ene kant van de landtong de Noordzee en aan de andere kant de rivier de Humber.
Als we eerst even bij de seawatch-hut gaan kijken is het gelijk raak. Vlak voor de hut langs vliegt een kleinste jager richting Noord.
Uitkijken over de Noordzee levert een kleinste jager op.
Westmere Farm is het hart van het festival. Achter de boerderij is een provisorisch kampeerveld gemaakt. Naast de schuur wordt zaterdagavond een heel varken aan het spit gedraaid om alle hongerige magen te vullen. En in de half opgeruimde schuur worden lezingen gehouden. Zaterdagavond zit het afgeladen vol als Mike Dilger, werkzaam als bioloog bij the One Show van de BBC, een enthousiastmerend verhaal houdt. En als afsluiting van de dag wordt de 'oogst' doorgenomen. Er is die dag veel gezien; draaihalzen en sperwergrasmussen als rariteiten. Maar bijvoorbeeld ook groepen van honderden zwaluwen en graspiepers op trek naar het Zuiden.
Volle 'zaal' op Spurn Mig Fest.
Op zondagochtend pikken we eerst de sperwergrasmus mee die zich lange tijd goed laat zien vlakbij de oude begraafplaats. Via de porto van de organisatie horen we dat er een sperwer gevangen is bij het ringstation vlak achter de begraafplaats. Binnen vijf minuten gaat hij geringd worden. Een minuut later staan we samen met nog 30 bezoekers in een kring op de vogel te wachten.
Eerst wordt er nog een geringde fitis vrijgelaten
en daarna wordt de sperwer getoond aan het toegestroomde publiek.
Verderop bij de Bird Observatory is een tweede ringstation. In het half uur dat wij er zijn, wordt een tiental graspiepers binnen gebracht en een jonge ringmus. Voorzien van een ringetje worden ze weer losgelaten.
In het weekend worden op een paar vierkante kilometer 123 soorten vogels gezien, door zo'n 200 vogelaars. De 123ste soort wordt door ons nog net voor het sluiten van het festival aan de lijst toegevoegd. Als we teruglopen over een dijkje naar de boerderij om onze tent af te breken, zien we 5 meter voor ons, twee velduilen opvliegen. Een prachtig gezicht en nog niet eerder gezien dat weekend.
Mig Fest heeft een leuke sfeer. Misschien een beetje vergelijkbaar met de vogelweekenden op Texel, maar dan op een kleiner terrein en tussen een paar honderd Engelse vogelaars. Zeker om nog eens terug te keren.