Felix en Maurice laten zien wat welke soorten we (zeker) gezien hebben.
De overtocht begint traditiegetrouw met een informatiesessie in het wildlife-centrum van ORCA aan boord van de ferry. ORCA monitoort dagelijks de Noordzee op zeezoogdieren en geeft aan boord informatie aan de passagiers over zeevogels en zeezoogdieren. Aan de Nederlandse kant is meestal nog niet veel te zien, maar we waarschuwen onze groep dat ze vroeg op moeten als ze aan de Engelse kant niks willen missen. Voor het donker wordt, worden aan de Nederlandse kant wel al de eerste jan-van-genten en noordse stormvogels gezien.
Als we om 6 uur aan dek komen staan de vroege vogels ons glunderend op te wachten. Ze hebben al een dwergvinvis gezien en een paar bruinvissen. Hebben we nu al het hoogtepunt gemist? Gelukkig niet. Tijdens de rest van de overtocht zien we nog drie dwergvinvissen, vier tuimelaars en ongeveer tien witsnuitdolfijnen. Wat een mooi begin van de dag. En dan moeten de papegaaiduikers nog komen.
Het uitschepen gaat deze keer zo vlot, dat de bus die ons naar Seahouses moet brengen er nog niet is. Er is even wat ongerustheid bij de ons als organisatie, maar de deelnemers wachten geduldig in het zonnetje. De busrit van een uur naar Seahouses verloopt verder vlot, zodat we ruim op tijd aankomen voor de excursie. Vanwege het mooie weer, is het erg druk in het dorp. De excursiebootjes zitten afgeladen vol, ook die van ons. Maar gelukkig draait schipper Andrew zijn bootje behendig tussen de rotsen zodat iedereen alles goed kan zien. De rotsen vol met zeekoeten, de eerste papegaaiduikers op het water en de grijze zeehonden toveren menige glimlach op de gezichten van de groep. En de camera's ratelen.
Grijze zeehonden voor de vuurtoren van Longstone eiland.
Tenslotte landen we voor een uur op het eiland Inner Farne, het hoogtepunt van de trip. Het is er druk; met mensen en met broedende vogels. Direct op het eerste stuk broeden tientallen noordse sterns. De petjes die we hebben uitgedeeld blijken gelijk nuttig, als een paar sterns duikvluchten uitvoeren op de bezoekers. Maar dat ze ook af en toe in een oor pikken hadden we niet voorzien. Volgende keer petjes met oorkleppen laten maken?
Het blijft schrikken als ze op je pet tikken....
Voor wie zich afvraagt of de sterns zo niet te veel verstoord worden, hoorden we laatst een geruststellende theorie. De sterns broeden op de Farne eilanden vooral op de twee eilanden, waar een deel van de dag publiek wordt toegelaten. Omdat ze tijdens de uren dat er mensen zijn, geen last hebben van de meeuwen die het voorzien hebben op hun eieren en jongen.
Iets verderop op het eiland zitten enkele tientallen papegaaiduikers rondom hun holen. Telkens als er een vogel terugkomt met een bek vol visjes moet hij een paar kokmeeuwen ontwijken, die het voedsel willen afpakken. Het lukt de meeuwen maar zelden om een visje af te pikken. Voor de fotografen van de groep is het bijna net zo moeilijk om een foto te maken van een aanvliegende papegaaiduiker met een bek vol visjes. Het gaat zo snel!
Bijna goed. Maar deze is nog met zijn nest bezig ;-)
Gelukt! Mijn beste shot van deze trip.
Iets verderop wijst een Engelsman me op een hol vlak naast het pad. Als je goed kijkt, zie je achterin het hol de broedende vogel zitten. Helemaal op zijn gemak, ondanks de spiedende blikken;
Terwijl de eerste kuifaalscholver jongen al bijna uit kunnen vliegen, zitten honderden andere vogels nog op hun eieren. En hier en daar moeten de eieren zelfs nog gelegd worden;
Parende visdiefjes
Helaas is een uur op het eiland altijd te kort. Maar de beheerder National Trust laat mensen, op een enkele uitzondering na, nu eenmaal niet langer op de eilanden toe. Onderweg naar de steiger passeren we nog een keer het pad, waar de meeste sterns broeden. En weer worden er een aantal Delta Safari-petjes 'aangetikt' door de vogels. Terug op de excursieboot laat deelneemster Linda zien, dat de petjes niet alleen handig zijn tegen het pikken; over haar petje loopt een sierlijke streep noordse sternpoep.
Door de drukte rondom de Farne eilanden, komen we ook deze keer weer bijna te laat terug bij de ferry. Het blijft een beetje stressen deze weekend-trip formule. Maar een deelneemster laat weten dat het aanvoelt alsof ze al een week op vakantie is. En dat is precies de bedoeling.
Eenmaal terug op de ferry keert de rust terug. Ieder gaat zijn weg. De één gaat lekker eten in een restaurant op het schip, om bij te komen van alle ervaringen. De ander gaat gelijk weer naar het observatiedek voorop het schip, in de hoop om ook op de terugweg nog een walvis of dolfijn mee te pikken.
Speuren vanaf het observatiedek op de King Seaways.
De zee is weer net zo glad als in de ochtend. En het duurt dan ook niet lang voordat de eerste bruinvis wordt gezien. Als na een tijdje wildlife-officer Sara van ORCA het dek oploopt om aan haar deck-watch te beginnen, is het eerste wat ze roept; "Whale!" Rechts van de boot laat een dwergvinvis mooi zijn gekromde rug zien, terwijl hij een diepe duik maakt. Het is weer begonnen. Letterlijk om de paar minuten worden er bruinvissen, dolfijnen of dwergvinvissen gezien. Het dek stroomt ook steeds voller met nieuwsgierige passagiers, die zich verbaasd afvragen wat we zien. En na een tijdje staan ze net zo enthousiast te wijzen naar een volgende walvis of dolfijn. Bruinvissen die voor het schip opduiken en 'wegsprinten' zijn al bijna niet meer bijzonder. Al is een moeder met jong wel weer mooi om te zien.
En als er even later weer een witsnuitdolfijn wordt gezien, omgeven door een paar duikende jan-van-genten, komt er iets groots boven water. Heel rustig, minstens drie keer groter als de dolfijn, recht als een plank, maar het zakt ook net zo rustig weer weg. Er is geen vin te zien, het dier rolt niet door het water. Qua formaat denken we even aan een griend. Het herhaalt zich nog twee keer. Er worden foto's gemaakt, maar daar lijkt alleen de golf op te staan, die het dier achter laat in het gladde wateroppervlak. Een paar mensen denken door de verrekijker een grote kop te zien en roepen opeens "het is een bultrug!" En inderdaad is dat het meest waarschijnlijke, een bultrug die voedend net onder het wateroppervlak zwemt en af en toe net even met zijn kop het wateroppervlak raakt. Het formaat van het dier vergeleken met de jan-van-genten en de dolfijn die er omheen zwemt maakt het plaatje af. Maar we zullen het nooit zeker weten....
Moe maar voldaan vertrokken de laatste spotters van onze groep rond 22:00 uur naar de bar van het schip voor een welverdiend drankje. Er werd een poging gedaan om het totaal aantal waarnemingen op te tellen. Meer dan 30 bruinvissen, zeker 24 witsnuitdolfijnen, 4 tuimelaars, 2 ongeïdentificeerde dolfijnen, 11 dwergvinvissen en de onzekere bultrug. Waarbij vermeld moet worden dat de bruinvissen flink 'onder-teld' zijn en waarschijnlijk ook niet alle dolfijnen genoteerd zijn.
Terwijl wij enthousiast aan het napraten zijn, zien we steeds meer mensen in de bar naar de ramen lopen en naar buiten wijzen. Het zal toch niet....
In de avondschemer duikt een dwergvinvis op, en 100 meter erachter komen er nog twee boven! Drie walvissen vlak naast het schip. Het bleef nog lang onrustig in de bar! En de dwergvinvissen-teller kon naar 14!
Het aantal waarnemingen van zeezoogdieren op deze trip was ongeëvenaard. Zoiets verwacht je alleen in de Golf van Biskaje. Maar het kan dus ook in onze eigen Noordzee. Dat het bijzonder was blijkt ook uit de reactie van wildlife-officer Sara. Zij vaart al twee jaar mee op de King Seaways, maar dit was haar beste dag ooit! We voelen ons gelukkig dat we er bij mochten zijn. Klik hier voor het verslag van Sara op het blog van ORCA.